(Meppel 1911 - Epe 1998) Fotograaf.

Zoon van een Meppeler drogist, ging in 1928 na de vijfjarige hbs te hebben doorlopen Farmacie studeren te Amsterdam. Tijdens een stage in een apotheek aldaar kwam Meijboom in contact met 'kunstfotograaf' Godfried de Groot, die zich onder de indruk betoonde van een door hem genomen foto, ontwikkeld in de drogisterij van zijn vader. De Groot wist Meijboom voor de fotografie te winnen, zozeer dat deze zijn studie afbrak en een opleiding ging volgen aan de Reimann Schule in Berlijn.

Vanaf 1935 verschenen foto's van Meijboom, vanaf 1936 in het bezit van een eigen atelier in Amsterdam, in diverse publicaties, waaronder Cosmorama (maandblad voor Internationale Fotokunst) en Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in Woord en Beeld. Nederlanders en hun werk. Daarnaast fotografeerde hij voor bedrijven als de Bijenkorf.

Zijn bekendste foto's maakte hij tijdens de hongerwinter; de foto's van hongerende kinderen waren bestemd voor het Nederlands Archief en de regering en Londen. Ook maakte hij pasfoto's voor vervalste persoonsbewijzen, hetgeen hem in 1942-43 in de Scheveningse gevangenis en kamp Vught bracht.

Na de oorlog breidde Meijbooms klantenkring zich uit tot bedrijven als o.a. Albert Heijn, Wehkamp, Hema, Philips en de bladen van de Geïllustreerde Pers. Zijn aanstelling als hoffotograaf in de periode 1946-1957 zal zeker aan zijn populariteit hebben bijgedragen. Vanaf 1973 trok Meijboom zich geleidelijk uit zijn bedrijf terug. Hij bekleedde nog wel enkele adviesfuncties, o.a. School voor Fotografie in Apeldoorn en de Koninklijke Academie in Den Haag, en wijdde zich na zijn verhuizing naar de Veluwe nog aan natuurfotografie.