In 1930 lukte het de pastoor P.J. Veltman om door bemiddeling van kardinaal van Rossum de zusters Franciscanessen, Missionarissen van Maria, de zogenaamde Witte Zusters, naar Weiteveen (toen nog aangeduid als Amsterdamscheveld) te halen. Zij zouden de mensen helpen bij hun oefeningen van eerherstel na de inbraak in de O.L. Vrouwe van de Vredekerk, waarbij het tabernakel werd gestolen. Het Allerheiligste werd nu ieder zondag uitgesteld van 14.00 - 17.00 uur. Het lag in de bedoeling om tot een altijd-durende expositie en aanbidding te komen. Zolang het Allerheiligste was uitgesteld, werd er door de zusters gebeden. De uitstelling eindigde met een lof. Naast deze liturgische taak wijdden de zusters zich ook aan de zorg voor zieken en bejaarden. Begin 1995 werd het klooster opgeheven en verlieten de zusters Weiteveen.