(Hameland 1865 - Emmer-Compascuum 1930) Bekend evangelist in de Zuidoost-Drentse venen.

Geboren als boerenzoon in de Achterhoek. Begon in 1894 zijn evangelisatie in een gelagkamer aan het Oosterdiep in Emmer-Compascuum als filiaal van de hervormde kerk in Roswinkel. Op 10 november 1895 kwam hij formeel in functie als godsdienstonderwijzer. Omdat het Emmer-Compas kerkelijk nergens bij hoorde, is hij nooit officieel bevestigd. Wel wordt deze datum aangehouden als stichtingsdatum van de Hervormde Gemeente. Braak- Hekke zorgde later voor een houten gebouw in Emmererfscheidenveen. Dit werd in 1925 bij een veenstaking in brand gestoken omdat de gemeenteleden weigerden om mee te staken.

Tot zijn overlijden in 1930 werkte hij in het Compas: de man in het zwarte pak en met een aartsvaderlijke baard. Zijn strijd richtte zich vooral tegen de drankduivel. Een groot deel van de verdiensten van de werkers in het veen ging op aan sterke drank. In 1923 werd zijn evangelisatie officieel als zelfstandige Hervormde Gemeente erkend. Braak-Hekke kreeg toen de titel vicaris en de rechten van een hulpprediker. Hij was ook actief in Klazienaveen, waar hij de weg effende voor Willem de Weerd, de 'domeneer van Turfland'. Braak-Hekke concentreerde zich op het brengen van het Evangelie en niet zozeer op verbetering van de sociale omstandigheden van de mensen. Hij ligt begraven in Emmer-Compascuum, waar zijn naam voortleeft in het Braak-Hekkeplein bij de kerk.