Begrip

Woningcorporaties

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

de Graaf

Verenigingen en stichtingen die zich toeleggen op het passend en betaalbaar huisvesten van het minder draagkrachtige deel van de bevolking.

Samen met de gemeentelijke woningbedrijven vormden de corporaties de zogenoemde toegelaten instellingen: instellingen die op grond van de woningwet subsidie konden krijgen van het rijk voor de bouw van woningen.

De eerste woningbouwverenigingen werden rond 1850 opgericht. In Arnhem ontstond in 1850 of 1851 de 'Vereniging tot het verschaffen van geschikte woningen aan de Arbeidersklasse te Arnhem', in Amsterdam in 1852 de 'Vereniging ten behoeve van de Arbeidersklasse' door 25 leden van de gegoede burgerij, die wilden bijdragen aan de verheffing van de arbeider. Niet meer langs de destijds gangbare weg van armenzorg, maar door kapitaal te verschaffen tegen een gangbare of iets lagere rente, door niet goedkoper te bouwen, maar beter. Ook kwam het voor dat fabrikanten bouwverenigingen oprichten om woningen te bouwen voor hun eigen arbeiders.

In Drenthe was een van de eerste woningbouwverenigingen de 'Coöperatieve Vereniging Eigen Haard' in Assen, opgericht in 1878. In 1901 werd de woningwet aangenomen, die in 1902 in werking trad. Deze wet maakte het mogelijk woningen te bouwen met financiële steun van de overheid, mits ze voldeden aan de minimumeisen uit de bouwvoorschriften. Ook in Drenthe had dit tot gevolg, dat er nieuwe woningcorporaties werden opgericht en dat het aantal woningen werd uitgebreid. Desondanks zou het tot na WO II duren, voordat in Drenthe, vooral in de zuidoostelijke veenkoloniën, de laatste krotten en keten waren opgeruimd.

Bloeitijden voor de woningcorporaties waren de naoorlogse perioden, zowel na WO I als na WO II. Van de eerste periode kennen we vooral de vele tuindorpen, vaak rode dorpen genoemd, bijv. de Indische buurt in Meppel en het blauwe dorp in Assen. Van de tweede de grote hoeveelheden flatwoningen en rijtjeshuizen uit de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw.

In de dorpen werden ook vrijstaande en dubbele woningwetwoningen gebouwd, vooral door de gemeentelijke woningbedrijven. Vormgeving en kavelgrootte waren specifiek gericht op de agrarische achtergrond van de bewoners. In huis ruimte voor een varken of geit, buitenshuis ruimte voor een grote moestuin.

Als voorbeelden kunnen genoemd worden woningen aan de Zuiderstraat in Grolloo en woningen, gebouwd door de Stichting Emmer Centraal Woningbeheer in Erica, Klazienaveen, Nieuw- Amsterdam, Nieuw-Dordrecht enz.

Een ander opvallend fenomeen is de landelijk opererende Onderofficieren Woningbouwstichting 'Arbeid Adelt', die zich specifiek richtte op de huisvesting voor onderofficieren. In 1921 werden zo in de Oranjestraat in Assen 41 onderofficierswoningen gebouwd. Zestien benedenwoningen en vijfentwintig bovenwoningen in één lange aaneengesloten rij met twee poorten voor de ontsluiting van het achtererf. Het ontwerp was van M. de Vries Azn.

In de jaren '60 van de vorige eeuw kwam ook bij de woningcorporaties de schaalvergroting op gang. De gemeentelijke woningbedrijven fuseerden met woningbouwverenigingen. Protestants-christelijke, rooms-katholieke en sociale woningbouwverenigingen fuseerden tot algemene nog plaatselijk opererende verenigingen. Plaatselijke woningbouwverenigingen fuseerden tot regionale en soms zelfs landelijk opererende Woningstichtingen.

Van de tientallen woningcorporaties in Drenthe van voor 1960, zijn er nu nog maar vijftien over, waarvan er drie landelijk opereren. Zo is in Drenthe nu nog maar één vereniging, de Woningbouwvereniging Smilde met ca. 1100 woningen. Plaatselijke stichtingen zijn er nog wel. Bijvoorbeeld de al genoemde Woningbouwvereniging Smilde, de Stichting Eelder Woningbouw met ca. 980 woningen, Woningstichting De Volmacht te Gieten met ca. 1440 woningen en, de kleinste van Drenthe, Woningstichting Boaz te Meppel met 102 woningen. De stichting met het grootste woningbezit in Drenthe is Wooncom, met vestigingen in Emmen, Borger en Stadskanaal. Zij bezit zo'n 20.000 woningen. Opvallend voor Drenthe is, dat verhoudingsgewijs het aantal huurwoningen beneden het landelijk gemiddeld ligt en dat bovendien de gemiddelde huurprijzen onder het landelijk niveau liggen. [De Graaf]

Literatuur

  • Lit.: J.B.T. Kruiger en J.T. Battjes, Architectuur en stedebouw in Drenthe 1850- 1940 (Assen/Zwolle 1996)
  • Jan A. van Oudheusden. Kroniek der gemeentelijke woningbedrijven, Platform voor de Volkshuisvesting. Werken aan Wonen, 75 jaar Nationale Woningraad. Bouwen aan Wonen, 70 jaar mensenwerk, Hans Roest, Stichting ECW.