Reiniging van grond wanneer deze verontreinigd is door schadelijke stoffen, vaak op (voormalige) bedrijfsterreinen.
Op basis van de Wet Bodembescherming (WBB) moeten alle bedrijfsterreinen die in gebruik zijn, door de bedrijven zelf worden onderzocht op eventuele verontreiniging en zonodig schoongemaakt. Wanneer grond verontreinigd is en de veroorzaker niet meer achterhaald kan worden, moet de (gemeentelijke) overheid de saneringskosten betalen. Door de hoge kosten is het aantal bodemsaneringen in Drenthe per jaar beperkt. Wanneer in Drenthe bodemverontreiniging wordt vermoed en de overheid verantwoordelijk is voor de eventuele bodemsanering, wordt er een onderzoeksteam ingesteld met vertegenwoordigers van provincie, gemeente, regionale milieu-inspectie en eventuele andere belanghebbenden, zoals het waterbedrijf. Doorgaans betekent bodemsanering dat de verontreinigde grond wordt afgegraven en het grondwater gereinigd. Sinds 1980 zijn 175 locaties gesaneerd door grondeigenaren zelf. Ca. 250 locaties zijn door de provincie Drenthe onderzocht en zonodig gesaneerd. De provincie wil in 2005 een overzicht presenteren van alle locaties in Drenthe waar mogelijk sprake is van ernstige bodemverontreiniging.