Afzettingsgesteente, ontstaan door het toetreden van water tot door vulkanen uitgestoten as en steensplinters.
Tufsteen is een tamelijk lichte, poreuze steen die gemakkelijk is te bewerken. Op den duur spoelen zachte delen uit. De in Nederland als bouwmateriaal gebruikte tuf is afkomstig uit de Eifel, waar de vulkanen ca. 10.000 jaar geleden zijn gedoofd. Sinds omstreeks 1100 is tufsteen ook in Drenthe voor het bouwen van kerken gebruikt. Zie daarvoor: Kerkbouw.
Al in de groeve werden stenen ongeveer op maat gehouwen. Via Rijn en IJssel bereikten ze de stapelplaatsen Utrecht en Deventer. Van daar werden ze naar de plaatsen van bestemming gevoerd: in Noord-Drenthe (Anloo, Eelde, Vries) via de Waddenzee en de daarin uitmondende stromen, in Zuidwest-Drenthe (Diever, Ruinen) via het Zwarte Water en de daar op uitkomende beekstelsels. Voor en na de bouw werden de stenen opnieuw behakt om het gewenste formaat respectievelijk een glad oppervlak te krijgen.