Persoon

Hendrik Tillema

Functie: Ondernemer

Geboren: 1829
Gestorven: 1908

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

(Groningen 1829 - Leiden 1908) Ondernemer en schrijver.

Aanvankelijk boerenknecht in De Wijk. In 1857 gaf J.A. Boom & Zoon te Meppel het boekje Tillema's winteravond-uitspanningen. Drentsche volksvermaken ten platten lande uit. Het werk was tijdens de winteravonden geschreven uit liefhebberij. Tillema werkte zich op tot godsdienstonderwijzer en vertrok in 1860 naar Leiden, waar hij les ging geven aan het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis. In 1866 kwam hij in aanvaring met de regenten, waarna hij ontslag nam. Het afscheid was niet definitief, want in 1874 werd hij aangesteld als boekhouder van het armhuis. Over zijn ervaringen in het weeshuis schreef hij Arme Marie. Een weeshuisnovelle (1868). Van 1866 tot 1875 was hij inspecteur van het godsdienstonderwijs in Leiden. Daarna werkte hij als leraar boekhouden aan de hbs in Leiden. Voor dit vak had hij al in 1874 het leerboek De boekhouder, of de kunst om zonder genoten onderwijs zijne boeken geregeld te houden. Eene handleiding voor kleinhandelaars en winkeliers laten uitgeven.

Bij dit alles was hij Drenthe niet vergeten: jaarlijks bezocht hij De Wijk. Daardoor kwam (en bleef) hij in contact met de jonge Hendrik Blink, wat diens belangstelling voor de literatuur zeer bevorderd heeft. In 1865 verschenen Tillema's Viertal toespraken. Met eene voorrede van H.G. Hagen, een jaar later gevolgd door Schetsen uit Drenthe. In 1868 werd Folmers en zijne tijdgenooten. Drentsche novelle uitgegeven. Voorts werd in de jaren 1874 en 1875 in het Weekblad van en voor Oostermoer en Zuidenveld het feuilleton 'Oude kennissen. Een zone Israëls' geplaatst. Meer verhalen van zijn hand zijn te vinden in de tijdschriften Europa en Het familieblad. Voor de Drentsche Volksalmanak van 1868 schreef hij een interessante jeugdherinnering uit 1840 of daaromtrent over het functioneren van de buurschap in De Wijk, getiteld 'De boervergadering en de Swörden te de W... (Eene herinnering uit onze jongensjaren)'. Op het laatst van zijn leven was Tillema directeur van de Leidsche Sleepstoombootmaatschappij.

Literatuur

  • Lit.: Nijkeuter, Drentse literatuur.