Begrip

Stoomsleepdiensten

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Kerkmeijer

Ondernemingen voor het slepen van schepen.

Vanaf 1875 tot rond 1940 waren er Drentse stoomsleepdiensten in bedrijf. De sleepboten van deze ondernemingen konden worden aangetroffen op de Drentsche Hoofdvaart en de Hoogeveensche Vaart, maar deden vooral dienst op het traject van Meppel naar Zwolle en de Zuiderzee.

De eerste Drentse stoomsleepdienst was die van H. Sartorius uit Koekange, die vanaf 1875 achtereenvolgens voer met de sleepboten 'De Hoop', in 1876 opgevolgd door de 'Hendrika Cornelia'. Deze laatste werd van 1877 tot 1880 bijgestaan door de sleepboot 'Drenthe-Overijssel' (14 meter lang met een vermogen van 10 pk). Sartorius sleepte vooral schepen tussen Meppel, Kraggenburg en Zwolle.

Ondernemer J. van Dijk Jzn. uit Meppel sleepte vanaf 1877 met de 'Simson' schepen op het Meppelerdiep, het Zwartewater en het Zwolsche Diep. Een enkele keer zelfs ver daarbuiten zoals in 1882 toen van Dijk met de 'Simson' een stoomsloep voor de admiraal van de Duitse marine naar Wilhelmshaven sleepte. Rond 1887 nam G. Sterken uit Meppel de sleepbootonderneming van Van Dijk over. Sterken bleef tot in de jaren '20 van de 20e eeuw varen met drie opeenvolgende sleepboten die allen de naam 'Simson' droegen. Daarnaast voer Sterken van 1897 tot 1899 met de sleepboot 'Gerritdina'.

Een bekende sleepbootonderneming was die van H.K.W. Meijer, een familiebedrijf uit Meppel. Deze sleepte vanaf ca. 1890 achtereenvolgens met de 'Piet Hein' (14 meter, 6 pk), in 1893 opgevolgd door de 'Helena' (14,5 meter, 10 pk) en vanaf ca. 1894 tot 1904 met de sleper 'Drenthe' (15,5 meter, 14 pk). Ook deze sleepboten opereerden vooral tussen Meppel, Kraggenburg en Zwolle. De sleepbootfirma Meijer was een echt familiebedrijf waarvan verschillende zonen meewerkten. In 1904 of 1905 werd de 'Drenthe' omgedoopt tot 'Threant'. In 1918 verkocht Meijer de 'Threant' naar Hasselt en ging verder met de 'Verwisseling' die na 1920 nog in de vaart was. De laatste sleepboot van Meijer, de 'Carl', werd in de jaren '20 van de vorige eeuw in gebruik gesteld. De vaste ligplaats de sleepboten van Meijer was naast de eekschuur van leerlooierij Schuurman & Klinkert op de hoek van de Reest en het Meppelerdiep. De onderneming werd vóór 1940 opgeheven.

Er waren ook enkele kleinere sleepbootdiensten in Drenthe gevestigd. Zo was er in het begin van de 20e eeuw in Assen de sleepdienst van B.J.L. Verhoeven met de 'Hercules' en later ook met de 'Anna'. Eveneens gevestigd in Assen was de sleepdienst van Tjalling Bos, die tussen ca. 1910 en 1920 met de 'Volharding 3' voer. Rond 1918 was de sleepboot 'Jacoba' in de vaart voor R. Bossema uit Emmererfscheidenveen en deze ondernemer had tegelijkertijd samen met S. de Graaf uit Nieuw-Weerdinge de sleepboot 'Cruybeeke I' in de vaart. In Coevorden was tussen ca. 1906 en 1918 de sleepboot 'Alpha' van W. van der Graaf actief en rond dezelfde tijd de 'Jalno' van sleepdienst J. Bloemsma en J. Dekens.

Tot slot kan nog genoemd worden dat ook de Drentsche Stoomboot Maatschappij kortstondig, tussen 1880 en 1882, een sleepboot bezat, de 'Vooruitgang III', bestemd voor het manoeuvreren met de stoomboten 'Meppel I' en 'Meppel II'. Na het gereedkomen van een aanlegplaats en zwaaikom voor deze schepen, was deze sleepboot niet meer nodig. [Kerkmeijer]

Literatuur

  • Lit.: F.M.C. Lubbers-Meijer, 'Meppeler slepers', Oud Meppel 4 (1982) nr. 1.