Begrip

Podzolgronden

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Gronden genoemd naar het Russische begrip podzol (= as). 'Podzolering' is een bodemvormend proces waarbij door wegzijgend water humus en mineralen uit- en inspoelen. Kenmerkend zijn een »loodzandlaag (deze is asgrijs, vandaar de naam) en een inspoelhorizont, ook wel »oerbank genoemd (zie ook: »Bodem). De podzolgronden zijn nader ingedeeld in: Moderpodzolgronden, waarbij de organische in de inspoelhorizont overwegend uit moder (organische stof, bestaand uit bolletjes en trosjes uitwerpselen van kleine bodemdieren) bestaat die homogeen gemengd is met de minerale delen. Bij de moderpodzolgronden komen altijd ijzerhuidjes voor op de zandkorrels. De Moderpodzolgronden zijn onderverdeeld in: 1. Holtpodzolgronden (950 ha), komen in Drenthe plaatselijk voor in gebieden die vanouds bebost zijn en dit tot voorkort nog waren, de zgn. Holten; 2. Loopodzolgronden (5900 ha), vormen in Drenthe zo niet het centrale dan toch wel het oudste deel van praktisch alle »essen in heel Drenthe. Ze hebben hun naam (Loo-), wat 'open plek in bos' betekent, te danken aan het feit dat het de oudste uit bos in cultuur gebracht gronden zijn; 3. Humuspodzolgronden, als de organische stof in de inspoelhorizont amorf is en als huidjes op de zandkorrels ligt. Vaak zijn ook de poriën tussen de zandkorrels gevuld met amorfe humus. De humuspodzolgronden zijn zonder uitzondering in arme zanden ontstaan. Ze hebben zeer geprononceerde horizonten waarvan de overgangen van de een naar de andere veelal abrupt zijn. Ze zijn onder te verdelen in: a. Veldpodzolgronden (95280 ha). De ontijzerde humuspodzolgronden vormen verreweg het grootste deel van de Drentse gronden (37,5%). Ze hebben hun naam te danken aan het feit dat ze vroeger het wezenlijke deel van het onafzienbare 'veld' - de »heidevelden -uitmaakten. Het grootste deel behoort nu tot de jonge ontginningsgronden; b. Laarpodzolgronden (6960 ha), behoren tot de oudere ontginningsgronden die voor een groot gedeelte door opmesting met zandrijke »potstalmest zijn ontstaan uit ontgonnen veldpodzolgronden die nabij de dorps-»essen, waarvan ze de uitbreiding vormen, lagen; c. Haarpodzolgronden (8040 ha). Dit zijn per definitie de hoogst liggende humuspodzolgronden (haar = 'hoge scherpe rug') met een dunne humushoudende bovengrond en een opvallende »loodzandlaag en abrupte horizontovergangen. Onder de inspoellaag komen ijzerhuidjes rond de zandkorrels voor; d. Kamppodzolgronden (1360 ha), humuspodzolgronden met ijzerhuidjes direct onder de inspoelhorizont. Ze hebben een matig dikke humeuze bovengrond van minimaal 30 en maximaal 50 cm. [Booij]

Literatuur

  • Lit.: H. de Bakker en A.W. Edelman-Vlam, De Nederlandse bodem in kleur (Wageningen 1976).