Begrip

Paleolithicum

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Niekus

Periode uit de Steentijd, letterlijk: Oude Steentijd.

Het Paleolithicum wordt doorgaans onderverdeeld in drie fasen of stadia: het Oud-Paleolithicum (ca. 3.500.000 - 300.000 jaar geleden), het Midden-Paleolithicum (ca. 300.000 - 30.000 jaar geleden) en het Jong-Paleo-lithicum (ca. 30.000 - 11.000 jaar geleden).

De oudste vondsten in Noord-Nederland dateren van na de periode met ijsbedekking van het Saalien, ca. 150.000 jaar geleden. In Drenthe zijn ruim honderd vuurstenen artefacten uit het Midden-Paleolithicum gevonden. Het gaat om vuistbijlen, schaafwerktuigen (voor hout- en huidbewerking), spitsen, maar vooral afvalstukken van vuursteenbewerking zoals afslagen en kernen. De meeste artefacten zijn geïsoleerde vondsten maar ook door geologische oorzaken sterk verspreide concentraties komen voor, onder meer in de omgeving van Balloo. Door allerlei geologische processen zijn de artefacten sterk verweerd (afgerond, gepatineerd en glanzend), waardoor ze vaak moeilijk te herkennen zijn.

Een deel van de vondsten moet gerekend worden tot een fase uit het Midden-Paleo-lithicum die als 'Moustérien de Tradition Acheuléenne' bekend staat, ook wel de periode van de Neandertaler genoemd. Tijdens de laatste fase van het Midden-Paleolithicum maakte de Neandertaler ook zogeheten bladspitsen: dunne, tweezijdig bewerkte spitsachtige voorwerpen. Eén van de fraaiste exemplaren uit Drenthe is gevonden in de omgeving van Emmen.

Tussen ca. 30.000 en 14.600 jaar geleden was het extreem koud in Noord-Nederland; bewoningssporen uit deze periode kennen we tot dusver niet. Rond 14.600 jaar geleden steeg de temperatuur en werd het vochtiger. Drenthe werd in die tijd (het Laat-Glaciaal) bedekt door een toendra met dwergberken en dwergwilgen. De fauna bestond o.a. uit Rendieren, Paarden, Poolvossen en Sneeuwhazen. De eerste bewoners in deze periode behoren tot de moderne mens, Homo sapiens sapiens, en hun materiële resten duiden we aan met de naam Hamburg-cultuur. We spreken dan van het Laat-Paleolithicum, de fase waartoe ook de Creswell-, Federmesser- en Ahrensburg-cultuur behoren. [Niekus]

Literatuur

  • Lit.: J.R. Beuker en M.J.L.Th. Niekus, 'Neandertalers in Drenthe
  • enkele opzienbarende nieuwe vondsten', NDV 111 (1994)
  • J.N. Lanting en J. van der Plicht, 'De 14C-chronologie van de Nederlandse pre- en protohistorie I: Laat-Paleolithicum', Palaeohistoria 37/38 (1995/1996).