Toplocatie

Van Gogh - Postkantoor Hoogeveen

‘Waarde Theo’

Het postkantoor van Hoogeveen, dat gevestigd was aan de Grote Kerkstraat 26-28, was voor Vincent van Gogh een belangrijke plek. Het pand is onherkenbaar verbouwd en huisvest tegenwoordig een eetcafé. Omdat Van Gogh geregeld een bezoek aan het postkantoor bracht, vormt de locatie een belangrijk onderdeel van zijn Drentse biografie.

Brieven en postwissels

Op het postkantoor postte Van Gogh de brieven die hij aan Theo schreef en kon hij zijn postwissels verzilveren. De postwissel was sinds 1870 een betrouwbare manier om geld te versturen. Van Goghs broer Theo woonde in Parijs en kon daar bij een postkantoor een contant geldbedrag storten. Van Gogh kreeg daarna een postwissel opgestuurd naar zijn verblijfadres in Hoogeveen, het logement van Albertus Hartsuiker. Met die postwissel kon hij naar het postkantoor in Hoogeveen gaan om het gestorte bedrag in ontvangst te nemen. Voor Van Gogh was dit overigens nog niet meteen duidelijk: twee weken na zijn aankomst in Hoogeveen schreef hij dat hij nog niet wist hoe het zou werken met het innen van geld en dat hij op zoek was naar een wisselkantoor. In een andere brief mopperde hij over het niet ontvangen van zijn post, maar of dit aan de post of aan Theo zelf lag, is niet bekend.

Toen Van Gogh Hoogeveen achter zich liet om verder Drenthe in te trekken, bleef hij voor zijn post toch terugkeren naar Hoogeveen. Tot 1908 was er geen postkantoor in Nieuw-Amsterdam/Veenoord. Vanwege de aanwezigheid van een treinstation was er in Hoogeveen al langere tijd een postkantoor. Theo stuurde Van Gogh postwissels voor biljetten van 50 Franse Francs, die hij te Hoogeveen inwisselde. Op 12 oktober was hij hiervoor in Hoogeveen en waarschijnlijk trok hij er in november nog een keer naartoe om geld te wisselen. Van Gogh schreef hier niet uitvoerig over. Hij meldde wel aan zijn broer dat er bij het ophalen van het geld steeds een dag verloren ging: omdat hij ervoor vanuit Nieuw-Amsterdam naar Hoogeveen moest maar niet op één dag heen en weer kon met de boot, moest hij de heen- of terugweg te voet gaan.