(Assen 1910 - Haren 1974) Scheikundige, publicist.
Na de hbs in Assen studeerde hij scheikunde in Groningen. In 1938 promoveerde hij in de scheikunde, nadat hij al een jaar in dienst was bij het laboratorium van de gemeentelijke waterleiding van Groningen. In 1942 werd hij daarvan hoofd. Naast zijn vak had hij grote belangstelling voor geschiedenis en archeologie. Door zijn veelvuldige waterbemonstering in het veld had Mulder veel contact met boeren en arbeiders in het noorden van Drenthe en kon hij een verzameling archeologische voorwerpen opbouwen. Daarnaast was hij zeer actief op (natuur)historisch terrein.
Hij publiceerde in het maandblad Drenthe, waarvan hij lange tijd redacteur was, in de Provinciale Drentsche en Asser Courant en langere historische artikelen in de Nieuwe Drentse Volksalmanak, waarvan hij jaren in de redactie zat. Mulder was een van de oprichters van Het Drents Genootschap en een aantal jaren secretaris en penningmeester. Hij was de eerste die zich bezighield met het aanleggen van een lijst van Drentse historische publicaties en legde aldus de basis voor het Drents repertorium. Hij schreef veel over de geschiedenis van de gezondheidszorg en over jacht en visserij.