Begrip

Militaire geschiedenis

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Brood

In de Middeleeuwen heeft Drenthe weinig oorlogshandelingen binnen haar grenzen gekend. Meest bekend is de Slag bij Ane in 1227, waarin de Van Coevordens, gesteund door de Drenten, streden tegen de bisschop van Utrecht. Deze bisschop, Otto II van Lippe, sneuvelde daarbij. De Van Coevordens en de Drenten werden de jaren daarop zwaar gestraft door de nieuwe bisschop. In de 16e eeuw had Drenthe af en toe te lijden van doortrekkende plunderende troepen, zoals die van Karel van Gelre in 1522, maar meestal hield men de gevechten buiten de deur.

Ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1594-1795) berustte - op basis van de Unie van Utrecht - het oppergezag bij de Staten-Generaal en de gewestelijke Staten. De Raad van State was het uitvoerend orgaan (zoals nu de minister van Defensie). De stadhouder was als kapitein-generaal de bevelhebber en tevens verantwoordelijk voor de benoeming van officieren. Het beheer van de vloot was opgedragen aan vijf admiraliteitscolleges in Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen, Hoorn en Dokkum. De betaling van het leger verliep grotendeels via de gewestelijke Staten. De troepen stonden namelijk 'ter repartitie' van de afzonderlijke gewesten: elk gewest onderhield bepaalde troepen. De werving van soldaten geschiedde door solliciteurs-militair. Drenthe had zo de zorg voor het Regiment Oranje Drenthe.

Drenthe is oorlogsterrein geweest in de Tachtigjarige Oorlog, vooral in de jaren 1584-1594, en in de jaren 1666-1672 tijdens de Bisschoppelijke oorlog. Enige vestingstad was Coevorden. Daarnaast waren op strategische plaatsen schansen opgeworpen en werd in tijden van nood gebruik gemaakt van inundatie.

In 1795 werd het gewest ingenomen door Franse troepen en bezet tot eind 1813 (Bataafs-Franse Tijd). Nog in 1813 organiseerde de latere koning Willem I het leger bij Reglement van Algemene Volkswapening, Landstorm en Landmilitie. Het leger, toen nationale militie geheten, werd gevormd uit vrijwilligers en, wanneer deze onvoldoende aanwezig waren, uit lotelingen. Wie ingeloot werd, kon zich overigens laten vervangen (tegen betaling) door een plaatsvervanger. In oorlogstijd kon het leger aangevuld worden door schutterijen. In 1922 werd de dienstplicht ingevoerd in plaats van het systeem van de militie. Deze dienstplicht is gehandhaafd tot 1996.

In Coevorden zetelde een Eerstaanwezend Ingenieur van de Genie, die daar tot de opheffing van de vesting in 1854 is gebleven. Daarnaast kwam er in 1841 een kazerne Assen, die in 1895 een modern gebouwencomplex kreeg. In Zuidlaren kwam kort voor WO II een kazerne, in Havelte kort daarna. Hier zijn in de loop der jaren verschillende regimenten infanterie en vestingartillerie gelegerd geweest. In mei 1940 werd Drenthe (net als de rest van Nederland) bezet door Duitse troepen (zie: Duitse inval; Tweede Wereldoorlog).

In april 1945, direct na de bevrijding, arriveerde in Drenthe het Militair Gezag, een door de Nederlandse regering in Londen in 1944 gecreëerde instantie, die tot had de voorheen door de Duitsers bezette gebieden als militaire gezagsdragers op te treden. Het MG moest het door zuiveringen, collaboratie en oorlogshandelingen ontstane vacuüm in het burgerlijke gezagsapparaat opvullen. [Brood]

Literatuur

  • Lit.: Heringa, Geschiedenis Drenthe
  • G. Overdiep, De slag bij Ane 1227 (Peize 1977)
  • H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1713 tot 1795 en 1815 tot 1940 (Den Haag 1980).