Begrip

Mandegeld

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Heffing op het overladen van turfschepen te Zwartsluis.

Deze belasting werd al voor 1640 geheven op turf die naar een plaats buiten Overijssel werd vervoerd. Hieronder viel alle Drentse turf die vrijwel geheel via Zwartsluis werd geëxporteerd. Er moest in de 17e eeuw vier stuiver betaald worden voor iedere last turf die met manden werd overgeladen uit Drentse pramen op grotere schepen voor vervoer over de Zuiderzee. In 1760 werd dit verhoogd tot zes stuiver voor elke last turf.

Het mandegeld was een bron van inkomsten voor het wereldlijke en kerkelijke bestuur van Zwartsluis die het gebruikte voor het onderhoud van de armen ter plaatse. Het was tevens een bron van ergernis voor de vele Drentse schippers die van mening waren dat zij de armenzorg van Zwartsluis bekostigden. Er werd zelfs geld gevorderd van schepen die zonder overladen Zwartsluis passeerden. Door aandringen van de directeuren van de Compagnie van de 5000 morgen en de burgemeester van Hoogeveen ondernam de gouverneur van Drenthe de nodige stappen om hieraan een einde te maken en met succes. Met ingang van 1 januari 1835 werd het mandegeld afgeschaft. Zie ook: Turfimpost.

Literatuur

  • Lit.: J. ten Hove, 'Sluizen, turf en scheepvaart', in: G.J. van Kolmeschate e.a., Een 'groot en deftig dorp': Zwartsluis tot 1800 (Kampen 1991).