Begrip

Kolonie

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Landbouwnederzetting, gebouwd in opdracht van de Maatschappij van Weldadigheid.

In zijn geschrift 'Verhandeling' beschrijft stichter Johannes van den Bosch de mogelijkheid een landbouwkolonie te stichten als duurzaam middel om armoede, ontstaan door gebrek aan arbeid, te bestrijden. In het zuidwesten van Drenthe werden de koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en Boschoord gesticht, net over de grens met Overijssel de kolonie Willemsoord.

Een kolonie bestond uit ongeveer honderd koloniehuisjes en was verdeeld in wijken van twintig tot dertig gezinnen, die ieder weer waren verdeeld in twee secties. De kolonie stond onder leiding van een onderdirecteur, die de leiding had over twee sectiemeesters. De sectiemeester had weer de leiding over twee wijkmeesters die belast waren met politietoezicht. De wijk- en sectiemeesters waren aanvankelijk grotendeels voormalige officieren en onderofficieren, maar in latere jaren werden ze meestal gerekruteerd uit de meest betrouwbaar geachte kolonisten. In totaal zijn er in de periode vanaf 1818 tot 1824 ongeveer 430 woningen gebouwd.

In de landbouwkoloniën, ook wel 'vrije koloniën' genoemd in tegenstelling tot de strafkoloniën Ommerschans en Veenhuizen, werden gezinnen uit het gehele land als kolonisten geplaatst. De kolonisten kregen bij binnenkomst een woning, een zogenaamde koloniewoning, huisraad en gereedschappen toegewezen en gingen onder leiding van wijkmeesters van de Maatschappij van Weldadigheid de bijbehorende grond, groot ca. 3 ha, ontginnen. Van de 3 ha grond waarover een kolonist beschikte, was 40 are afgescheiden die hij voor eigen gebruik mocht bebouwen.

Elke kolonie had een eigen school en werkplaatsen, waarin voor eigen gebruik alles geproduceerd kon worden. In de koloniën werden vier kerken gesticht, twee Nederlands hervormde, een rooms-katholieke en een synagoge. In de beginperiode van de Maatschappij was kerkgang zelfs verplicht.

Nog altijd heeft het landschap de kenmerken van een ontginningskolonie. De rechte wegen en padenstructuur zijn in het gebied nog altijd zichtbaar aanwezig.