Evenals een paardeweide en een scheerweide geen vaste oppervlaktemaat, maar een oppervlakte groenland waarop een koe, of pink of paard voldoende voedsel kon vinden.
Gewoonlijk gebruikt in situaties waar het koeland (doorgaans gemeenschappelijk gebruikte weidegronden) werd gebruikt. Plaatselijk bestonden er afwijkende verhoudingen. In De Wijk, bijv., rekende men in 1645 4 koeien en 2 paarden tezamen voor 7 'scheer': een paard werd hier dus kennelijk voor 1 1/2 scheer gerekend.