(Rolde 1760 - Rolde 1826) Bestuurder.
Werd in 1795 benoemd tot schulte van Rolde. Na de inlijving bij het Franse keizerrijk werd hij in 1811 tegen zijn wil benoemd tot maire van de gemeente Rolde. Hoewel hij aanvankelijk weigerde de functie te aanvaarden, legde hij zich naderhand bij zijn benoeming neer, echter wel met de mededeling dat het hem aangenaam zou zijn zo spoedig mogelijk te worden ontslagen. Dat gebeurde echter pas in 1819, waarbij hij werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik Homan. In 1795 was burger Johannes Homan gedurende vijf maanden een van de 44 Representanten van het Volk van Drenthe, die op provinciaal niveau opereerden. Deze korte duur was een gevolg van zijn benoeming tot schulte in dat jaar. In 1815 begaf hij zich opnieuw in de provinciale politiek, nu als statenlid. Hij bleef dit tot zijn dood in 1826. Van 1801 tot 1806 vervulde hij de functie van schatbeurder voor het kerspel Rolde. Van 1817 tot aan zijn dood in 1826 vervulde hij de nevenfunctie van provin-ciaal inspecteur der wegen en waterlossingen.