Persoon

Michiel Alexander Wilhelm Gerding

Functie: Historicus

Geboren: 1951

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Bron: Tekening van Diederik Kraaijpoel

(Den Haag 1951) Historicus.

Studeerde geschiedenis te Utrecht. Raakte eind jaren 1970 betrokken bij de Drentse geschiedenis door studie naar de verveningen rond Hoogeveen. Was sinds 1983 provinciaal historicus. Publiceerde Op zoek naar het eigen verleden. Gids voor het regionaal en lokaal historisch onderzoek in Drenthe (1985). Gerding was vanaf het begin betrokken bij de redactie van de Knapzakroutes. Hij werkte mee aan populaire publicatiereeksen als Ach Lieve Tijd. Tien eeuwen Drenthe en de Drenten (1987-1988), Als de dag van gisteren. Honderd jaar Drenthe en de Drenten (1992-93) en Ach lieve tijd. 1000 jaar Emmen en Zuidoost-Drenthe (2002-2003). Stond aan de wieg van historische projecten als de Kadastrale Atlas van Drenthe 1832, het Drents Historisch Geluidsarchief (sinds 1985), Industrieel Erfgoed in Drenthe (1996, televisieserie en fototentoonstelling) en Sporen van de Tweede Wereldoorlog (2001). In 1995 maakte hij samen met radiojournalist Egbert van der Veen een tiendelige radioserie over de bevrijding van Drenthe in 1945. Hij was eindredacteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989), dat model stond voor andere gemeentelijke geschiedschrijvingen waarbij hij betrokken was.

Tussen 1991 en 1994 werd hem studieverlof verleend, hetgeen uitmondde in een promotie op Vier eeuwen turfwinning. De verveningen in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel tussen 1550 en 1950 (1995).

Naast vele bijdragen in tijdschriften en boeken heeft Gerding o.a. op zijn naam staan: Geschiedenis van Spier (1990, met G.J. Dijkstra), Gemeentehuizen in Drenthe (1991, met P.Th.F.M. Boekholt en J. Bos), Dorpsgeschiedenis: bewoning en bewoners (1992), Geschiedenis van de Asser Heeren Sociëteit, 1780-1995 (1995, met J. Bos), Johan Picardt, Drenthe's eerste geschiedschrijver (1997), Van Turfstrooisel tot actieve kool. De ontwikkeling van de veenverwerkende industrie (1997, met E. Karel en G. de Vries), 'In alle onwetenschap, bijsterije unde wildicheyt'. De reformatie in Drenthe in de zestiende en zeventiende eeuw (1998), Over de Reest. De gebouwde cultuur in het Reestdal. Van ingetogen naar zelfbewust (2002). In 2005 verscheen onder zijn redactie Stille Kracht. Drenthe 1980 -2005 ter gelegenheid van het bezoek van koningin Beatirx aan Drenthe in het kader van haar 25-jarig jubileum als staatshoofd.  Zijn artikel 'De mythe van de veenarbeid. Het ontstaan van het negatieve beeld van het veenarbeidersleven' (in: B. de Vries e.a. (red.), De kracht der zwakken (1992)) leidde tot een soms heftige discussie in de regionale pers over de armoede onder Drentse veenarbeiders. Gerding is sinds 1986 lid van de redactie van de Nieuwe Drentse Volksalmanak en van de Drentse Historische Reeks.