(Schiermonnikoog 1903 - Zwolle 1964) Zeeman, schrijver.
Doorliep de zeevaartschool en maakte enkele reizen als stuurman op de grote vaart. Reeds op zee begon hij te schrijven. Na zijn vroegtijdige ontslag in de crisisjaren kreeg hij zeeën van tijd om te schrijven. Hij debuteerde in 1937 met de roman Eiland in de branding. In 1949 verscheen zijn in Drenthe spelende roman Gezegend is het land. Van der Geest had het boek geschreven tijdens een verblijf in Schoonoord, waar hij met zijn woonboot in het Oranjekanaal lag. Deze streekroman kan met even veel recht een sociale roman genoemd worden: de misstanden ten tijde van de ontginning van het Ellertsveld en het ontstaan van Schoonoord vormen het hoofdthema. Over het boek ontstond in Drenthe groot tumult, zodat het de schrijver raadzaam leek met zijn schip en zijn tweede vrouw uit Schoonoord te vertrekken om in Frederiksoord weer aan te leggen. Niettemin kreeg het boek in 1950 de D.A. Thieme-prijs.
De 'deining in Drenthe' over Gezegend is het land is toe te schrijven aan klassentegenstellingen. Van der Geest beschreef de schrijnende toestanden die tijdens de 19e-eeuwse verveningen heersten en daaraan wilden velen - vooral beter gesitueerden - niet herinnerd worden. Daar kwam bij, dat Het Drents Genootschap omstreeks 1950 een zeer rooskleurig beeld van Drenthe uitdroeg, en daar paste Van der Geests relaas niet in. In 1963 schreef hij opnieuw een Drentse roman, getiteld Gezegend is het leven. Wederom nam de verteller sociaal-historische feiten als basis, namelijk de eerste moeilijke jaren van de Maatschappij van Weldadigheid in Frederiksoord.