Begrip

Geboorte

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Kuipers
Bron: Stichting Ol Eel

Een geboorte werd oudtijds door het hele dorp met grote belangstelling tegemoet gezien. De hele gemeenschap voelde zich erbij betrokken. Als 'de appels geschud konden worden' ging de aanstaande vader dit aan de beide naaste buurvrouwen mededelen. Zij gingen dan met spoed naar de kraamvrouw. 'Ik wèens dij toe, das do 'n bliede moeder worst', was hun begroeting. Ook de andere buurvrouwen werden op de hoogte gebracht en verzamelden zich in het huis van de kraamvrouw. In de grote keuken zaten zij langs de wanden, wachtend op het verloop van de bevalling. Ze waren allen bereid waar nodig te helpen.

Een paar weken eerder hadden de toekomstige ouders al afgesproken wie als zeugmoeder zou optreden. Die zou de eerste paar nachten moeder en kind moeten beredderen: een schone doek (luier) voordoen, het kind wassen en het goed stevig 'in 't pak' doen. Bovendien kreeg het 'poppien' de eerste paar keren van haar de borst, totdat de moeder zelf in staat was het kind te voeden.

De vader moest zo spoedig mogelijk bij familie en vrienden aanzeggen dat het kind geboren was: 'kWol even zeggen, da'k de vrouw in 't bedde ha'. Hij moest dan ook bij iedereen de vrouwen uitnodigen de kraamvrouw eens te komen aanspreken. Als dat vergeten werd, werd het zwaar aangerekend.

De aangifte van de geboorte bij de burgerlijke stand moest vroeger plaats vinden met twee getuigen. Deze werden in de akte genoemd en moesten die ook ondertekenen. De vader ging na het opmaken van de akte met de twee getuigen naar het dichtstbijzijnde café. Elk nuttigde dan één of twee borrels op het geluk van de jonggeborene.

Voor de kraamvrouw en haar gezin brak nu een feestelijke tijd aan. Geregeld kwamen buren en familieleden haar 'aanspreken'. Ze brachten goede gaven mee voor de kraamvrouw om aan te sterken; grote krentenbroden (plassen of weggen), beschuiten (tweebak), koffiebonen, suiker enz. Dit was ook bedoeld om, wanneer de kraamvrouw 'oet 't bedde kwamp', kraamvisite te kunnen houden. Vroeger werden die visites kinnerbieren of kindelbieren genoemd. Ze duurden soms wel enkele dagen; er werd toen veel bier gedronken, want dat was de volksdrank. Door de vele aangeboden plassen leefde het gezin in de kraamtijd vrijwel geheel op krentenbrood. Wanneer een plas werd aangeboden, kreeg de gever of geefster altijd een stuk daarvan terug voor het eigen gezin. Een plas was soms wel een meter lang. Andere geschenken dan krentenbroden, zoals wol, kleding enz., werden ook wel plassen genoemd.

De oude kraamvisites waren echt feestelijke dagen. Gasten kwamen al voor de middag en het huis zat dan gauw vol vrouwen, mannen en kinderen. Alle vrouwen moesten de kleine dan even op schoot hebben. Dat werd het kraomschudden genoemd. Allen deden zich tegoed aan de lekkernijen die op tafel waren uitgestald. De mannen rookten uit lange kalken pijpen en er werd gezellig gepraat. Na het middagmaal werd vaak een wandeling door het dorp gemaakt, of over de es. [Kuipers]

Literatuur

  • Lit.: G. Kuipers, Vroeger volksleven in Drenthe (Zuidwolde 1999).