Locatie
Alle rechten voorbehouden

Frederiksoord

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Schaafsma & Kocks
Bron: Drents Archief

Dorp in de gemeente Westerveld (tot 1998 Vledder) ten zuidwesten van Vledder.

De geschiedenis van de plek gaat terug tot 1614, toen François van Westerbeek hier de ontginning startte; in 1670 ontstond het landgoed Westerbeeksloot, met zeven boerderijen, in 1818 verkocht aan de Maatschappij van Weldadigheid. De nederzetting is genoemd naar prins Frederik (1797-1881), de tweede zoon van koning Willem I. In 1851-55 vermeld als Kolonie Frederiksoord, in 1868 als Frederiksoord (kolonie).

In 1818 stichtte de Maatschappij van Weldadigheid in dit gebied haar eerste landbouwkolonie, Kolonie I, spoedig gevolgd door Kolonie II. Kolonie I en II werden later samengevoegd tot Frederiksoord. De kolonisten kregen bij aankomst een koloniehuisje met ca. 3 ha grond en werden opgeleid tot boer. Naast koloniehuisjes werden scholen, fabrieken en kerken voor de kolonisten gebouwd. De landbouwkoloniën werden in 1859 van de later gestichte bedelaars- en veenkoloniën Veenhuizen en Ommerschans gescheiden.

Naast het Huis Westerbeek stond in Frederiksoord een logement, waarin tevens de directeur van de Maatschappij woonde. In 1884 stichtte de Maatschappij er de Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool en in 1888 de G.A. van Swieten Boschbouwschool; de laatste werd in 1906 weer gesloten.

In 1851 werd de Hervormde Gemeente te Frederiksoord zelfstandig ten opzichte van Vledder. De dat jaar gebouwde kerk is een driezijdig gesloten neoclassicistische zaalkerk met een geveltoren met ingesnoerde naaldspits. De naastgelegen pastorie dateert van 1913. Door de stichting van de Maatschappij kwam ook een aantal katholieken naar Frederiksoord. De geestelijke verzorging was in handen van de kapelaan van Steenwijkerwold, die als deservitor (waarnemend pastoor) van de statie Frederiksoord werd aangewezen. Van 1822 tot 1845 werden de H. Missen gelezen in een schoollokaal. In 1845 werd de nieuwe statiekerk geconsacreerd, ontworpen door Adriaan Kommers Pz. van rijkswaterstaat. In 1855, na het herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie, werd Frederiksoord een zelfstandige parochie en genoemd naar de Evangelist Joannes. Het bijzondere was, dat de bisschop de grenzen van de parochie niet had afgebakend. Men was bang dat de Maatschappij van Weldadigheid kon worden opgeheven en dat daarmee dan ook de katholieken zouden verhuizen. De parochie zou dan gemakkelijk kunnen worden opgeheven. In 1962 werd besloten de oude kerk af te breken en een nieuwe te bouwen, naar een ontwerp van P. Starmans te Utrecht. In 1964 was de eerste steenlegging; de inwijding een jaar later.

Het dorp bezit het museum De Koloniehof (alledaags leven in de kolonie). Jaarlijks bloemencorso op de tweede zaterdag van september. Het meest opvallend fenomeen in de kolonie blijft het geheel van bebouwing door de Maatschappij, zoals koloniewoningen, kerken, voormalige scholen en fabrieken. Schimpnaam voor de inwoners: Kolonisten. [Schaafsma & Kocks]

Literatuur

  • W. Eikelenboom en G. Koerts, Knapzakroute Nijensleek-Wilhelminaoord-Frederiksoord (Assen 1996)
  • H. Oldenhof, Onze kerk in de kolonie: 150 jaar parochie van de Heilige Johannes apostel en evangelist te Frederiksoord (Frederiksoord 1995)
  • C.A. Kloosterhuis, Geschiedenis van het Huis Westerbeek (Frederiksoord 1975).