Begrip

Duveen

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Joodse familie, afkomstig uit Meppel.

Henoch Duveen trouwde in 1813 met Eva Izaaks uit Meppel. Zijn bescheiden smederij aan de Prinsengracht in Meppel werd in de jaren 1840 overgenomen door zijn zoon Joseph Duveen. Joseph was actief in de Joodse Gemeente, waar hij in conflict geraakte met de opperrabbijn Jeremias Hillesum. Hij verplaatste zijn smederij en kachelfabriek naar het Zuideinde.

Uit zijn huwelijk met Eva van der Minden werd in 1843 een zoon Joël Joseph geboren. Joël bleef tot zijn achttiende jaar smidsleerling in de zaak van zijn vader. Vanaf 1860 hield hij zich bezig met de verkoop van antiek, vooral Delfts blauw. Hij ging naar Engeland, waar hij trouwde met Rosette Barnett, dochter van een juwelier en antiekhandelaar. Hij onderhield relaties met de grootste kunsthandelaren in Frankrijk en Amerika en opende in 1879 een galerie in de deftige Oxfordstreet in Londen. In die tijd kwam zijn broer Henoch (later Henny) ook naar Engeland. Samen stichtten ze de kunst- en antiekhandel Duveen Brothers met vestigingen o.a. in Londen, New York en Parijs. Beiden waren miljonair en kind aan huis bij de Engelse koning. Joël schonk de beroemde Turner-galerie aan het Tate Museum in Londen. Hij werd in de Engelse adelstand verheven en stierf in 1909.

Zijn zoon Joe Duveen zette de zaak voort en legde de basis voor veel belangrijke museumverzamelingen. De Dutch- of Duveenroom in de National Gallery in Londen bezorgde hij een onvergelijkbare schat aan klassieke Nederlandse schilderkunst. Joe werd ook in de adelstand verheven, eerst als Sir Duveen, later als Lord Duveen of the Millbank. Hij had zitting in het Engelse Hogerhuis en stierf in 1939, een fabelachtig vermogen achterlatend.

Literatuur

  • Lit.: S.C. Derksen, Opkomst en ondergang van een toonaangevende joodse gemeente (Meppel 1988).