Centrale open ruimte in veel Drentse zandnederzettingen, vaak begroeid met gras en eikenbomen. Ook veldnaam in de betekenis van aan de rand van een stroomdal.
Aanvankelijk open ruimte aan de rand van de nederzetting (brink = rand). Vaak waren er meerdere open ruimtes als huisbrinken, zoals in Gees in de 19e eeuw. Brinken zijn vermoedelijk ontstaan vanaf de 12e eeuw toen de boerderijen een vaste plaats in het dorp kregen. Daardoor kregen ook de open ruimtes een vaste ligging. Door latere bebouwing rondom de brink kreeg deze een gesloten karakter zoals in Oosterhesselen.
In de Middeleeuwen werd de kerk vaak aan de rand van de nederzetting gebouwd, wat later een kerkbrink werd, zoals te Rolde. Ook schoolbrinken komen voor. De brink behoorde ook na de grote markescheidingen in de 19e eeuw tot de marke. In veel gevallen heeft de burgerlijke gemeente eigendom en onderhoud overgenomen. De grote Brink te Rolde is echter nog markegrond.
De Brink was de natuurlijke ontmoetingsruimte en de plaats om evenementen zoals kermissen en jaarmarkten te houden, zoals nu nog te Norg, Rolde en Zuidlaren. Tegenwoordig treffen we er vaak weekmarkten aan. De ontmoetingsfunctie werd versterkt door ambachtslieden zoals smid en timmerman en door winkeliers die rond de Brink woonden. Omdat doorgaande wegen elkaar op de brink kruisten, zijn daar meestal één of meerdere cafés. Deze wegen zorgden in de vorige eeuw ervoor dat buslijnen door de dorpen gingen en de brink een halteplaats werd. In Gieten, kruispunt van meerdere buslijnen, is een bussenbrink.
Op de brinken zijn soms grote kuilen of dobben voor bluswater gebruikt. Tevens diende de ruimte als drinkplaats en inscharingsruimte voor het dorpsvee. De boerderijen waren met de bedrijfsruimte op de brink gericht. Bij de oudere typen met achterbaander was het woongedeelte van de brink afgewend. Bij het type met zijbaander had men vanuit de keuken oogcontact met de brink.
In de vorige eeuw heeft de Brink geleidelijk oude functies verloren. Door de aanwezigheid van winkels, postkantoor en dergelijke zijn verscheidene brinken tot parkeerplaats gewor-den. [Timmer]