1. Documenten, die door een persoon, groep personen of instelling worden opgemaakt en ontvangen bij het vervullen van hun taken of beschermen van hun rechten. Kenmerk is dat het document (archiefstuk) geen doel is op zich maar een administratief bijproduct. De oudste documenten betreffende Drenthe zijn slechts in afschriften bewaard gebleven; ze dateren uit de 10e eeuw. De oudste originele stukken daterende van rond 1260 bevinden zich in het archief van het nonnenklooster Mariënkamp te Assen, bewaard in het Drents Archief.
Archiefstukken dienen als bewijs van iemands daden, rechten en verplichtingen in het heden, maar lenen zich bovendien voor historisch onderzoek naar situaties in het verleden. Bij dit laatste moet men documenten altijd kritisch gebruiken, omdat zij door belanghebbenden worden opgemaakt, ontvangen en bewaard, waardoor hun inhoud subjectief is. De archiefwetenschap of archivistiek is gebaseerd op de wereldberoemde Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven, door S. Muller, J.A. Feith en R. Fruin jr. (1898). Deze is in vele talen uitgebracht. De Drentse Rijksarchivaris S. Gratama heeft een belangrijk aandeel gehad in de totstandkoming ervan.
2. Overheids- of non-profit-instelling die archieven beheert van oude of recente datum, die niet meer dagelijks door de oorspronkelijke eigenaar (archiefvormer) worden gebruikt, bijv. het Drents Archief, het Gemeentearchief Assen.
3. Speciale ruimte waarin archieven worden opgeslagen als zij niet meer dagelijks worden gebruikt.
4. Verzameling documenten die op de geschiedenis betrekking hebben, bijv. een dorpsarchief.