Uitgeven vanaf 1936 door de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij, naast het orgaan Landbouw en Maatschappij, dat sinds augustus 1934 een weekblad was. Op 13 augustus 1935 was daartoe in Meppel de NV De Agrarische Pers gesticht. Met ingang van 16 oktober 1936 verscheen de krant drie keer per week. Korte tijd verscheen zij als dagblad, maar dit bleek financieel niet haalbaar. Vanaf 1937 was De Veenbode in de krant opgenomen. De verspreiding van het blad bleef - wegens de hoge expeditiekosten - beperkt tot Drenthe, Zuidoost-Groningen en Noord-Overijssel.
Het Agrarisch Nieuwsblad bedreef, overwegend op verdekte wijze, propaganda voor de NSB en haar Duitse voorbeeld. Verantwoordelijk hiervoor was de hoofdredacteur J. ter Haar, die tevens directeur van de NV De Agrarische Pers was. Tijdens de bezetting wilde de Commissie voor de Persreorganisatie het Agrarisch Nieuwsblad laten fuseren met de Meppeler Courant. Eerstgenoemde krant kwam echter met het tegenvoorstel, één groot regionaal dagblad Het Noorden op te richten. Daarna stuurde de commissie aan op een fusie tussen de Provinciale Drentsche en Asser Courant (PDAC) en het Agrarisch Nieuwsblad. Uiteindelijk moest de PDAC verdwijnen en kreeg de Agrarische Pers de opdracht het Agrarisch Nieuwsblad op te heffen en vanaf 1 juni 1942, onder de naam Drentsch Dagblad, een nieuw krant uit te geven. In feite werd hierdoor - tot het einde van de bezetting - het Agrarisch Nieuwsblad onder een andere naam voortgezet.