(Gasselte 1900 - Velp 1980) Politicus.
Studeerde landbouwkunde aan de landbouwhogeschool Wageningen en was daarna rijkspluimveeconsulent in Drenthe en Overijssel. Hij was in de oorlog leraar aan de rijkslandbouwwinterschool in Emmen.
Tijdens WO II was Adams medewerker van het antisemitische blad De Misthoorn, tevens lid van Saxo-Frisia, een organisatie die de Nieuwe Orde aanhing. Na de bevrijding werd hij daarvoor veroordeeld, en tot maart 1957 ontzet uit beide kiesrechten.
Door de Boerenpartij werd hij in 1966 afgevaardigd naar de Eerste Kamer. Zijn verblijf daar heeft een maand geduurd. In september kreeg hij in de koffiekamer een conflict met de VVD'er J. Baas die luidkeels had verkondigd dat Adams hem tijdens de oorlog had bedreigd met deportatie, omdat Adams zich bij Baas - ook leraar in Emmen - achtergesteld voelde. De ruzie eindigde met een vuistslag van Baas en een blauw oog voor Adams. Hij kreeg in de Kamer pas gelegenheid tot een weerwoord, toen de zaal nagenoeg verlaten was. Adams vertrok binnen een maand als senator. Zijn ontslagmotivatie luidde: 'Als gevolg van de onwaardige en onwettige bejegening jegens hem'.