Begrip

Gevangenis

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Brood
Bron: Drents Archief

Samenvattende benaming voor de instellingen waar verdachten worden opgesloten gedurende het vooronderzoek en veroordeelden zijn gehuisvest om hun straf uit te zitten.

Vóór 1600 was de enige gevangenis die in het kasteel te Coevorden. In 1609 werd een pand, behorend bij de gouvernementsgebouwen in Assen aan de huidige Kloosterstraat, als gevangenis in gebruik voor zwervers en landlopers. Ongetwijfeld zullen hokken in de kerktorens van een aantal Drentse dorpen dienst gedaan hebben als tijdelijke opsluiting van verdachten.

Onder de Franse wetgeving werd het gevangeniswezen in 1811 een rijkstaak, hetgeen in 1821 door de Nederlandse wetgever werd gehandhaafd. Er kwamen verschillende soorten gevangenissen, die nauw samenhingen met de rechterlijke indeling die de Franse Code Pénal voorschreef: Huizen van Arrest en van Justitie (voor de bewaring van degenen die voor misdrijven en wanbedrijven waren veroordeeld), Provoosthuizen (voor veroordeelde militairen) en Huizen van Bewaring. De reorganisatie van 1821 gaf voorschriften voor voeding, kleding, verzorging en productieve arbeid van de gevangenen. Een College van Regenten onder voorzitterschap van de plaatselijke burgemeester zag toe op de uitvoering van deze regels. In Assen, waar de arrondissementsrechtbank gevestigd was, was sinds 1844 een Huis van Arrest en Justitie dat tevens Huis van Bewaring was, in Borger, Coevorden, Dieverbrug, Emmen, Hoogeveen en Meppel stonden huizen van bewaring. Weliswaar wijzigden de namen van de verschillende soorten gevangenissen zich regelmatig, maar het principe bleef ongewijzigd tot 1886, toen de Code Pénal eindelijk werd vervangen door een Nederlands Wetboek van Strafrecht en een Wet op het gevangeniswezen.

Deze wet onderscheidde Huizen van Bewaring, strafgevangenissen en passantenhuizen, daarmee aansluitend op de indeling van straffen in hechtenis en gevangenisstraf. Assen behield zijn Huis van Bewaring. Naast gevangenissen kwamen de Rijkswerkinrichtingen voor bedelaars, landlopers en souteneurs nu ook in de wet.

 Al in 1827 waren Veenhuizen en Ommerschans de officiële bedelaarsgestichten voor noordelijk Nederland geworden. In 1859 had het rijk deze gestichten in Veenhuizen en Ommerschans overgenomen van de Maatschappij van Weldadigheid. Het beheer van de strafinstellingen kwam te liggen bij nieuwe colleges van regenten, waarvan de leden door de Koning werden benoemd. In Veenhuizen waren drie gestichten. Veenhuizen I was een bedelaarsgesticht, maar is in de loop der jaren ook gebruikt voor de opvang van Belgische vluchtelingen, de insluiting van smokkelaars, dienstweigeraars en vluchtelingen. Het oude Eerste Gesticht werd in de jaren 1901-1906 afgebroken en ongeveer op dezelfde plaats vervangen door een nieuw gebouw. In en bij het Eerste Gesticht kwam een 'openlucht gevangenis', waarvoor selectie werd toegepast. De gedetineerden van deze groep werkten in boerenbedrijven en op het land. Hun aantal bleef beperkt tot 120. Ook dienstweigeraars werden na 1936 in Veenhuizen opgenomen voor de executie van hun straf. Sinds 1949 heet het gesticht Norgerhaven en is het gevangenis en rijkswerkinrichting. Veenhuizen II was de inrichting voor bedelaars en landlopers, maar bood later ook onderdak aan souteneurs en andere wetsovertreders. In de jaren 1895-1900 werd nabij het oude Tweede Gesticht met behulp van de verpleegden een nieuw tweede gesticht neergezet van hetzelfde model als het oude tweede gesticht. In 1949 werd het gevangenis en rijkswerkinrichting onder de naam Esserheem. Veenhuizen III (Bergveen) was eveneens een bedelaarsgesticht, maar is in 1925 afgebroken. Een oorspronkelijk barakkenkamp, in 1947 gebouwd voor Indië-deserteurs, is sinds 1961 gevangenis en rijkswerkinrichting voor overtreders van de wegenverkeerswet en draagt de naam Bankenbosch. De kortgestraften gaan via Bankenbosch naar de inrichting 'Nieuw Bergveen'. Daarnaast is er de halfopen inrichting 'De Fleddervoort', waar gedetineerden de laatste 2 á 3 maanden van hun detentie doorbrengen. De inrichtingen Bankenbosch, Nieuw Bergveen en De Fleddervoort, alle drie gekenmerkt door minimale beveiliging, vormen samen de inrichting 'Groot Bankenbosch'. Het in Overijssel gelegen Ommerschans was tot 1889 in gebruik als bedelaarsgesticht.

 Voor de opvang van vluchtelingen uit Duitsland, veelal joden, werd in 1939 een kamp bij Westerbork gesticht. In de oorlogsjaren werd het gebruikt als doorgangskamp voor joodse Nederlanders naar de concentratiekampen in het oosten. In 1945 werden vele bewarings- en interneringskampen ingericht om de tienduizenden politieke delinquenten gevangen te houden. Dat gebeurde op basis van het Besluit Buitengewoon Strafrecht dat de Nederlandse regering in Londen in 1943 had genomen. In Drenthe waren er kampen in Veenhuizen, Westerbork en Zuidlaren. Na 1948 zijn ze alle weer gesloten.

De ervaringen in en na de oorlog leidden tot nieuwe wetgeving in 1953, de Beginselenwet Gevangeniswezen, die uitging van een gemengd stelsel van cellulaire en gemeenschappelijke opsluiting. Deze wet onderscheidde Huizen van Bewaring, Gevangenissen, Rijkswerkinrichtingen en Rijksasielen voor psychopaten. Elke arrondissementshoofdplaats (Assen dus) hield een Huis van Bewaring, gevangenissen en rijkswerkinrichtingen bleven er in Veenhuizen. Opstandjes in verschillende gevangenissen in de jaren '70 waren de aanleiding tot invoering van het beklagrecht van gevangenen en humanisering van de detentie. De wetswijzigingen van 1976 en 1977 zijn een voortvloeisel daarvan. In het kader van het overheidsbeleid om rijksdiensten over het gehele land te spreiden werd in 1990 in Hoogeveen gevangenis 'De Grittenborg' geopend. [Brood]

Literatuur

  • Lit.: G. Kleis, 'In spodt van alle vrome luyden'. Geschiedenis van de Coevorder provoost (Assen 2002)
  • A. Hallema, 'Drentse gevangenissen in verleden en heden', NDV (1957).