Begrip

Vuistbijl

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Type werktuig uit het Paleolithicum.

De klassieke vuistbijl kan omschreven worden als een amandelvormig, tweezijdig bewerkt en enigszins afgeplat voorwerp met snijdende randen. De top is meestal spits, de basis min of meer rond. De meeste vuistbijlen zijn tussen de 10 en 20 centimeter lang en gemaakt van vuursteen of vergelijkbare gesteentesoorten zoals helleflint. Vuistbijlen zijn er in allerlei vormen: rond, driehoekig, langgerekt, etc. In tegenstelling tot bijlen uit het Neolithicum werden vuistbijlen niet geslepen. De oudste vuistbijlen zijn gevonden in Afrika en zijn rond 1,5 miljoen jaar oud. De jongste vuistbijlen werden gemaakt door de Neandertaler en dateren uit de periode rond 120.000-80.000 jaar geleden, het Midden-Paleolithicum.

In Noord-Nederland, vooral in Drenthe, zijn ruim tien vuistbijlen of fragmenten van vuistbijlen gevonden, o.a. in de omgeving van Anderen, Drouwen, Exloo en Anreep. De vuistbijlen dateren uit de periode van na de ijsbedekking van het Saalien, ca. 150.000 jaar geleden, en zijn waarschijnlijk gemaakt door de Neandertaler. Een deel van de vuistbijlen kunnen we toewijzen aan een traditie die het 'Moustérien de Tradition Acheuléenne' genoemd wordt; datering: ca. 120.000 en 80.000 jaar geleden.

De meeste vuistbijlen zijn gevonden aan de randen van oude rivier- en beekdalen en zijn waarschijnlijk vooral gebruikt om dieren (bijv. rendieren, wolharige neushoorns en mammoeten) te slachten, maar ook om hout te bewerken. Vanwege hun multifunctionaliteit worden ze ook wel de 'Zwitserse zakmessen' van de prehistorie genoemd. Overigens komen vuistbijlachtige vormen sporadisch ook voor in latere perioden van de prehistorie zoals het Neolithicum.

Literatuur

  • Lit.: J.R. Beuker en M.J.L.Th. Niekus, 'Neandertalers in Drenthe
  • enkele opzienbarende nieuwe vondsten', NDV 111 (1994)
  • D. Stapert, 'The Hand-Axe from Drouwen (province of Drenthe, The Netherlands) and the Upper Acheulian', Palaeohistoria 21 (1979)
  • D. Stapert, 'Twee vuistbijlen, in 1984 verworven door het Drents Museum, en het Moustérien de Tradition Acheuléenne (MTA) in Noordelijk Nederland', NDV 102 (1985)
  • D. Stapert, 'Vuistbijlen: raadselachtige werktuigen uit de oude steentijd', Paleo-aktueel 7 (1996).