Begrip
Alle rechten voorbehouden

Vennen

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Hofman & Vegter

Voor Drenthe typische, voedselarme wateren. Voorkomend op de zandplateaus, vaak met keileem in de ondergrond. Soms van oorsprong pingoruïnes, in andere gevallen door de wind in vroeger tijden uitgeblazen laagten die zich met water hebben gevuld.

De grote verscheidenheid en de zeldzaamheid van de levensgemeenschappen van vennen maken vennen tot een bijzondere categorie voor natuurbescherming. Van de oorspronkelijk in Drenthe aanwezige 3000 vennen resteren nog slechts ca. 800, waarvan vele in deplorabele staat. Ontginningen, algemene voedselverrijking en ontwatering zijn daaraan debet.

Vennen kennen een zeer karakteristieke leefgemeenschap wat betreft de vegetatie, fauna, sieralgen en kiezelwieren. Toch zijn ze soortenarm, omdat er maar weinig organismen aan de extreme voedselarme en zure omstandigheden zijn aangepast. Een voorbeeld van goed aangepaste en vaak talrijk voorkomende soorten zijn de veenmossen (Sphagnum sp.).

In Drenthe wordt onderscheid gemaakt tussen de zure vennen en de zwak gebufferde vennen. Zure vennen zijn puur regenwater gevoed. In geval van de zwak gebufferde vennen vindt er enige aanrijking van het venwater plaats met o.a. calcium. Dit komt meestal door toestroming van lokaal grondwater over keileemlagen die zich onder vennen kunnen bevinden.

Door verzuring en eutrofiëring is de natuurwaarde van veel Drentse vennen in de tweede helft van de 20e eeuw verminderd. Oorzaken lagen in de toename van voedingstoffen en verdergaande verzuring door zure regen. Het subtiele waterkwaliteitsevenwicht van zure tot heel licht basenrijke vennen werd verstoord. De hieraan gebonden natuurwaarden verdwenen. In de vegetatie gingen enkele algemene soorten van zure, matig voedselrijke omstandigheden domineren, zoals Pitrus Juncus effusus en Gewone waterbies Eleocharis palustris ssp. palustris. Meer kritische plantensoorten zoals de Waterlobelia (Lobelia dortmanna, Oeverkruid Littorella uniflora zijn sterk achteruitgegaan.

Door gerichte herstelmaatregelen in veel vennen (zoals het verwijderen van opgehoopte baggerlagen of wel het opschonen) zijn de laatste jaren positieve effecten bereikt. In een aantal van de vennen zijn de kritische soorten weergekeerd. Het zijn echter maatregelen die vaak tijdelijk effect hebben, omdat de bron (de zure en stikstofrijke regen) nog niet is aangepakt. Daarom moeten ze van tijd tot tijd (grofweg elke tien tot vijftien jaar) worden herhaald. De vennen komen in vrijwel alle hoger gelegen plateaugebieden van Drenthe voor. Voorbeelden van gebieden met veel vennen zijn het Dwingelderveld, het Drents-Friese Wold, het Hijkerveld, maar ook de grote boswachterijen zoals die van Gieten-Borger en Schoonloo-Grolloo. 

Literatuur

  • Lit.: Natuur in Drenthe (Assen 1994) Achtergronddocument bij het Provinciaal Natuurbeleidsplan Drenthe. Vennen in Drenthe (Assen 1996)
  • B. Zoer, 'Pareltjes op de hei', Het Drentse Landschap nr. 34 (2002).