Wet waarin aan het rijksbeleid voor natuur en landschap een wettelijk kader wordt geboden.
De wet regelt onder meer de aanwijzing van beschermde natuurmonumenten en de rechtsgevolgen daarvan. Gedeputeerde Staten zijn belast met het eventueel vaststellen van een beheersplan en het verlenen van vergunningen voor deze gebieden. Ook kunnen Gedeputeerde Staten beschermde landschapsgezichten aanwijzen.
Deze wet vervangt de Natuurbeschermingswet van 1968, waarin ook de bescherming van planten- en diersoorten was geregeld. Dit laatste is ondergebracht in de Flora- en Faunawet. In beide wetten worden de verplichtingen die voortvloeien uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn wettelijk verankerd. Ultimo 2002 waren in Drenthe het Elzenbroek, Meerstalblok, landgoed Overcingel en Witterveld aangewezen als beschermd natuurmonument.